Het verhaal van Eric Schylander
Het volgende verhaal is ons verteld door Dhr. E. Schylander, voormalig manager bij Philips en hoge functie binnen Philips Zweden.
Geschiedenis
In de jaren 70 was Philips Nederland nog niet bezig met de computer voor thuis. Er waren grote zakelijke computers, geschikt voor ontwikkeling binnen en buiten Philips. In Zweden, waar dhr. Schylander een leidinggevende rol had, was men wel bezig hiermee. Vanuit de probeersels aldaar, waar men Microsoft Basic voor de Zilog Z80 de Mullard SAA5050 videochip gebruikte. Deze computer werd onder de naam Philips P1000 verkocht. Dat was iets waar ze bij Philips Nederland, met name de afdeling Philips Computer Industrie uit Apeldoorn, niet blij mee waren. De P staat namelijk voor ‘Professional’ en deze naamgeving werd gebruikt voor Professionele computers. Niet voor een hobbyprojectje. Bovendien, Philips Nederland moest de computer verkopen.
De mensen in Zweden gaven hier gehoor aan, mits Philips Nederland met een alternatief kwam. Het ontwerp van deze ‘P1000’ werd opgestuurd naar Oostenrijk waar men in dezelfde periode een elektronische typmachine had ontworpen welke als opslag de microtapes gebruikte. Dit in opdracht van Philips Nederland om deze 2 systemen met elkaar te combineren. Vanwege het reeds in gebruik zijn van de P1000 heeft men gestart met de naamgeving P2000.
De Zweedse P1000 is, volgens de bronnen, uiteindelijk als bron gebruikt om de ABC 80 te maken. Echter hebben we hier nog geen bewijs voor.
P2000T, P2000M en P2000
De oorspronkelijke P2000 (zonder toevoeging T of M) zijn, zover wij weten, exclusief intern gebruikt. Deze kwamen overeen met de latere P2000M en voeren hetzelfde interne typenummer (P2033). De P2000T heeft als intern typenummer P2001.
De P2000T kan aangesloten worden op een TV of via een RGB-kabel. De maximale resolutie is 40 x 24 karakters. De teletekst chip is ook het zwakke punt van de machine, want ondanks dat deze 8 kleuren en enkele grafische karakters kan weergeven, kan er geen hoge resolutie of per pixel aangestuurd worden.
De P2000M en oorspronkelijke P2000 (type P2033) zijn gericht op de zakelijke markt. Deze professionelere varianten hebben geen grafische chip, maar hebben een apart videobord waarmee 80 karakters monochroom kunnen worden weergegeven.
Daarnaast bevatten deze machines ook een diskcontroller waarmee er tot 2 drives van 5,25″ kunnen worden aangesloten (35 sporen, enkelzijdig). Deze aparte diskcontrollers waren later ook in te bouwen in een P2000T, evenals dat een P2000M na wat aanpassingen ook dezelfde grafische capaciteiten krijgt.
Beide machines maken gebruik van een Zilog Z80 draaiende op 2.5 MHz. De P2000M werd standaard uitgeleverd met 16KB RAM, de P2000T had opties voor 16, 32 of 80 KB (respectievelijk de P2000/38, P2000/54 en P2000/102).
Op alle machines zit een minitape ingebouwd. Deze heeft als voordeel dat het vele malen sneller is dan gewone cassette terwijl de prijs relatief laag is. Zeker lager dan de veel duurdere diskettestations. Op een minitape kan zo’n 42 kB aan informatie staan.
Gebruik
De P2000 werd ook het werkpaard van Philips genoemd. Een zeer robuust systeem wat tegen een stootje kan, relatief snelle dataopslag met de minicassette en eenvoudig aan te sluiten. Daarnaast werden de Philips P2000T, met name vanwege de robuustheid, ook ingezet op scholen voor educatieve doeleinden. Ze belanden ook veel thuis, al was de grootste reden dat men aan de gang wilde met Viditel.
Een Viditel terminal was rond de Fl. 1000. Dit apparaat kon alleen maar werken met Viditel / Videotex. Voor Fl. 200 meer kocht je een volledige computer. Aangezien de P2000T (Televisie) ook eenvoudig aan te sluiten was en de videochip ideaal is voor Videotext, was de keus vrij eenvoudig.
Vanuit Philips Nat. Lab ontstond ook een heuse computerclub om deze computer heen. De Nat. Lab Thuis Computer Club, later de P2C2. Dit droeg ook bij aan het succes in Nederland van deze machine.
Andere clubs ontstonden zoals de GPC en de P2000gg. De laatste onder de vlag van de Hobby Computer Club (HCC). De P2000gg groeide snel tot bijna duizend leden. De enthousiastelingen waren sterker vertegenwoordigd in de leeftijdscategorieën van tien tot dertig en veertig tot vijftig. Een klein deel van dit bloeiende netwerk van hobbyisten ontwikkelde BASIC-programma’s voor het apparaat en populariseerde de P2000 verder. De ontwikkelde toepassingen varieerden van spelletjes tot educatieve software en administratieve programma’s. Er waren programma’s voor het maken van borduurpatronen, boekindexen en zelfs faxen.
Dit was niet het resultaat van zomaar wat experimenteren. De club had een systeem opgezet om elkaars werk te verbeteren. Dit omvatte formulieren om elkaars programma’s te beoordelen, wat leidde tot iteratieve verbeteringen en hoogwaardige toepassingen. Deze werden op verschillende manieren verspreid, zoals het kopiëren van tapes tijdens bijeenkomsten, maar ook door programma’s via de radiote verzenden. Bijvoorbeeld via het radioprogramma HobbyScoop van de Nederlandse Omroep Stichting (NOS).
Het einde
De P2000 was op sommige manieren vooruitstrevend voor zijn tijd en bestond naast andere bekende machines uit die periode, zoals verschillende modellen van MSX, Commodore, Apple en Atari. Toch werd het, net als alle technologie die we vandaag niet meer gebruiken, ingehaald door nieuwe ontwikkelingen. Dit gebeurde vooral door de opkomst van IBM-PC klonen, die de markt overnamen toen de jaren tachtig ten einde liepen. De prijzen van deze klonen werden betaalbaar voor thuisgebruikers, waardoor de P2000 en vergelijkbare systemen minder populair werden.
De P2000-serie heeft nog de Philips P2000C (de draagbare) en de laatste uit de P2000-serie, de Philips :YES, gebracht. Philips stopte hierna met de P2000-serie om te richten op de IBM PC-compatibele computers in de P3000-serie. Een zijsprong was ook nog de MSX-lijn, alhoewel die meer de lijn van de spelcomputers ligt, vandaar ook de naam VG (Video Game).