IBM Personal Computer (5150)
Voor 1980 maakte IBM computers gericht op bedrijven. Echter door de groeiende minicomputer en microcomputer markt werd er besloten om, net als andere grote techbedrijven, ook in deze markt te gaan.
IBM Personal Computer (5150)
Voor 1980 maakte IBM computers gericht op bedrijven. Echter door de groeiende minicomputer en microcomputer markt werd er besloten om, net als andere grote techbedrijven, ook in deze markt te gaan.
Men koos voor een redelijk simpele machine met makkelijk verkrijgbare hardware, gebaseerd op de redelijk nieuw Intel 8088 chip.
Na een mislukte deal met Digital Research om CP/M-86 als besturingssysteem te gebruiken heeft men gekozen voor het besturingssysteem van Microsoft, 86-DOS (een kloon van CP/M-86 van Seattle Computer Products). Voor IBM werd het als PC-DOS meegeleverd terwijl Microsoft het recht behield het voor andere computerleveranciers aan te bieden als MS-DOS.
Naast PC-DOS werd de machine ook voorzien van IBM Basic.
De eerste IBM PC-serie is geleverd met 16 tot 64K geheugen en optioneel diskettestations. Er zit ook een aansluiting op voor een cassettespeler om software in te laden of op te slaan.
MS-DOS/PC-DOS 1.00 ondersteunt maximaal 320KB diskettes en had geen ondersteuning voor directories. Pas bij de 2e versie van PC-DOS kwam ook een verbeterde versie van de IBM PC op de markt met ondersteuning tot 256 kB geheugen en 360 kB diskettes.
Gezien het gebruik van eenvoudig verkrijgbare hardware en het BIOS wat eenvoudig kon worden nagebouwd of voorbij kon worden gegaan om rechtstreeks hardware aan te spreken, gecombineerd met de reeds bekendheid van IBM is de IBM PC veel gekopieerd en de de facto standaard voor alle huidige PC's.
De markt voor de IBM PC was niet de gemiddelde consument, maar was gericht op thuiswerken of meer zakelijk gebruik. Deze computer had niet de intentie om er spellen op te spelen.