De geschiedenis van Holborn
In september 1979, lang geleden, besloten twee vrienden, Hans Polak en Dick Gerdzen, om samen een bedrijf genaamd Holborn Computers op te richten. Hun doel was vrij eenvoudig: ze wilden betaalbare computers maken, want de computers van IBM waren in die tijd behoorlijk prijzig.
Nu, Hans was erg technisch aangelegd, maar hij begreep al snel dat het bouwen van een complete computer te veel werk zou zijn voor één persoon. Dus zocht hij hulp en klopte aan bij zijn vriend Henny Bevers, die al veel wist van computers. Henny werkte op dat moment bij Holland Signaal en had ervaring met Motorola-microprocessoren. Hans vroeg Henny om bij Holborn te komen werken, en tot zijn verrassing stemde Henny ermee in.
Dick Gerdzen was de man die zorgde voor financiën. Hij slaagde erin om geld van de overheid te krijgen, zoals het OOM-programma, om Holborn Computers te ondersteunen. Geld is belangrijk als je een bedrijf wilt laten groeien, snap je?
Bij Holborn begrepen ze ook dat computers er goed moesten uitzien, niet alleen goed moesten werken. Daarom huurden ze een designbureau in om ervoor te zorgen dat hun computers er netjes uitzagen.
Holborn Computers begon in een klein gebouw in Hengelo, maar het ging zo goed dat ze snel een grotere plek nodig hadden.
Dit verhaal laat zien hoe Hans Polak, Dick Gerdzen en Henny Bevers samenwerkten om Holborn Computers op te richten en betaalbare computers voor iedereen beschikbaar te maken. Het maakte niet uit hoe oud je was, als je een computer wilde, had je nu de kans om er een te krijgen.
Holborn Computers verhuisde later van Hengelo naar een nieuw gebouwd pand in Enschede. Op een foto zie je de mede-oprichters, met Dick Gerdzen aan de linkerkant van de foto en Hans Polak aan de rechterkant, in de productieruimte van dit nieuwe pand. Voor hen op de foto staan Beehive terminals, die werden gebruikt voor de allereerste Holborn 9120 terminals. Hun belangrijkste focus was om zo snel mogelijk de markt te betreden en succes te behalen met hun producten.
Het Holborn computersysteem werd ontworpen om multi-user mogelijkheden te bieden en moest ook uitbreidbaar zijn. Bovendien wilden ze printers aan het systeem kunnen toevoegen. Om deze redenen kreeg het eerste Holborn systeem de naam “groeicomputer”. Dit systeem bestond uit een 9100 systeemkast/server en 9120 terminals, die eigenlijk geavanceerdere versies van de oorspronkelijke Beehive terminals waren.
Echter, om politieke redenen, met name om te voorkomen dat Holborn beschuldigd zou worden van het stelen van kennis van Holland Signaal, moest het systeem een andere processor gebruiken dan de Motorola-processor die Holland Signaal gebruikte. Daarom werd gekozen voor de Zilog Z80 processor.
Holborn begon te groeien en het team breidde uit. Om meer bekendheid te krijgen, besloot het bedrijf reclame te maken. Ze presenteerden hun Nederlandse product zelfs in het televisieprogramma Brandpunt.
Links zie je Hans Polak in actie terwijl hij de machine en het gebruik van de lightpen demonstreert, terwijl Dick Gerdzen achter de machine staat. Het was een belangrijke stap om hun Holborn computersysteem onder de aandacht te brengen en hun groei voort te zetten.
Holborn begreep het belang van naamsbekendheid voor een bedrijf. Ze zetten groots in op beurzen om te laten zien wie ze waren en waar ze voor stonden.
Op de foto zie je duidelijk dat er veel belangstelling was voor Holborn en hun producten op deze beurzen. Het was een slimme zet om zichzelf in de schijnwerpers te plaatsen en zo hun aanwezigheid en reputatie in de markt te versterken.
Holborn’s eerste computersysteem was de 9100 computer. Om nog goedkopere machines aan te kunnen bieden, hebben ze de Holborn 7100 ontwikkeld. Dit was eigenlijk een sterk vereenvoudigde versie van de 9100. Wat interessant was, is dat je later de 7100 kon upgraden naar een volledig 9100 systeem, waardoor het groeiconcept behouden bleef.
Zowel de 9100 als de 7100 computers draaiden alle programma’s en het Holborn Operating System (HOS) rechtstreeks vanuit ROM. De gegevens konden worden opgeslagen op 8-inch floppy disks. Deze machines werden op maat gemaakt voor specifieke klanten, zoals juweliers, opticiens en kleine bedrijven, en Holborn had verschillende folders om de mogelijkheden te tonen.
Echter, omdat de software in ROM was ingebouwd, waren de machines niet erg flexibel. Op dat moment was CP/M, een populair besturingssysteem, sterk in opkomst, en Holborn besloot om deze markt ook te gaan bedienen. Bovendien was er vraag naar nog kleinere en persoonlijke computers die niet de hoofdprijs kostten. Dit leidde tot de ontwikkeling van de Holborn 6100 computer, die nu te zien is in het Technisch Museum.
Er is enige verwarring over welke software op welke machines kon draaien. Volgens de folders kon een 9100 ook CP/M draaien en een 6100 zou ook HOS ondersteunen. Sommige oud-medewerkers beweren echter dat niet alle opties die in de folders werden genoemd daadwerkelijk mogelijk waren. Er zijn zelfs geen harde bewijzen gevonden van een 9100-systeem dat CP/M draait of een 6100-systeem dat HOS draait.
Hier is een wat kleinere beurs (onbekend waar). Er staat een Holborn 6100 naast een Xerox 820 II.
Dit waren aardig gelijkwaardige concurrenten wat techniek betrof.
Maar de verschijning van de 6100 is direct opvallend. En dát was precies de bedoeling van Holborn!
Ondertussen begon IBM ook zijn stempel te drukken op de computermarkt. De IBM PC was technisch gezien misschien niet heel bijzonder, maar wat het echt onderscheidde was de open systeemstructuur en de krachtige marketing van IBM.
Ze hadden zelfs Charlie Chaplin ingezet voor hun reclamecampagnes. IBM had al een gevestigde naam in de professionele markt, dus het vertrouwen in de IBM PC werd snel gewonnen.
Op dat moment was MS-DOS nog niet zo wijdverspreid als het later zou worden. Maar er moest wel iets gebeuren. De economische omstandigheden waren niet bepaald gunstig, en Holborn was afhankelijk van externe financiële steun.
Er werd een financieel plan opgesteld voor 1983, maar de vooruitzichten waren somber. Eerdere ontwikkelingen waren deels gefinancierd met subsidies. Zoals hieronder vermeld, beschouwde Holborn het project 9100 als mislukt.
De verkoopcijfers van 1982, zoals hierboven weergegeven, tonen aan dat de 6100 op dat moment het meest verkochte systeem was, terwijl de verkoop van de 9100 en 7100 bijna tot stilstand was gekomen.
Het was inderdaad een verstandige beslissing om het hele 9100 concept stop te zetten, aangezien het onderhouden van deze systemen veel te duur zou worden. De markt was duidelijk verschoven naar de 6100, en Holborn moest zich aanpassen aan de veranderende vraag om financieel gezond te blijven.
Het was tijd voor actie! IBM gebruikte al mini floppy disks, en deze hadden inmiddels hetzelfde opslagformaat van 1,2 MB als de 8-inch floppy disks. Dus het gebruik van 8-inch disks was niet meer relevant. Daarnaast paste een vast toetsenbord ook niet meer bij de moderne tijd.
Om hierop in te spelen en voort te bouwen op het bestaande ontwerp, werd de Holborn 6500 ontwikkeld. Dit was een stap voorwaarts om te voldoen aan de veranderende behoeften van de markt en de technologische ontwikkelingen.
Holborn wilde van de Holborn 6500 niet alleen een geavanceerd systeem maken, maar ook een technisch hoogstandje. Volgens de folder zou het intern geheugen zelfs uitbreidbaar zijn tot 1MB, wat voor die tijd indrukwekkend was.
Echter, er deden zich steeds meer problemen voor. Sommige mensen, waaronder Dick Gerdzen, werden gedwongen het bedrijf te verlaten door toedoen van OOM, in de verwachting dat de benodigde financiële middelen zouden worden verstrekt. Helaas kwamen deze financiële middelen niet snel genoeg, en ondanks alle inspanningen werd op 27 april 1983 het faillissement van Holborn uitgesproken. Het was een triest einde voor het bedrijf.
Na het faillissement richtte Hans Polak het bedrijf Greenock op, dat enkele van deze computers bouwde en de bestaande Holborn 6100-systemen van klanten naar 6500-modellen ombouwde.
Hartelijk dank aan technischmuseum.nl voor deze informatie.