De Digital Personal Workstation a-Series, codenaam "Miata", maakt gebruik van de Alpha 21164A microprocessor. Modellen met het achtervoegsel "a" draaien Windows NT (met AlphaBIOS), terwijl modellen met het achtervoegsel "au" Digital UNIX of OpenVMS (met SRM) draaien. Beide modellen kunnen worden geschakeld tussen AlphaBIOS en SRM via de systeemfirmware. Op COMDEX 1997 was de Digital Personal Workstation 500a finalist in de Best of Show-prijs van Byte magazine voor de categorie beste werkstation.

Modellen waren onder meer:

433a/433au - 433 MHz Alfa 21164A
500a/500au - 500 MHz Alpha 21164A
600a/600au - 600 MHz Alpha 21164A

De Alpha-microprocessor is aangesloten op een ZIF-socket (zero insertion force) en kan worden geüpgraded. Deze werkstations gebruiken de 21174-chipset van Digital, ook wel de "Pyxis"-chipset genoemd. Om de flexibiliteit te vergroten en de kosten te verlagen, is de L3-cache optioneel in deze modellen. Als de L3-cache vereist is, kan een cachemodule met de SRAM's die de cache hebben geïmplementeerd, in een cachesleuf worden geïnstalleerd. De cachemodule heeft twee capaciteiten: 2 of 4 MB.

Er werden twee revisies van het Miata-moederbord geproduceerd, respectievelijk bekend als MX5 en MiataGL. Het latere MiataGL-moederbord heeft een herziene Pyxis-chipset (die een PCI DMA-bug verhelpt), een andere ATA-controller, een on-board QLogic 1040 SCSI-hostadapter en een USB-interface.

De a-serie heeft een 144-bits geheugenbus, met 128 bits voor data en 16 bits voor ECC. Er zijn drie geheugenbanken, elk bestaande uit twee DIMM-slots, voor in totaal zes DIMM-slots, die 32 MB tot 1,5 GB geheugen ondersteunen. Deze machines accepteren alleen standaard niet-gebufferde PC100 ECC SDRAM DIMM's met een maximale capaciteit van 256 MB per DIMM, die in identieke paren moeten worden geïnstalleerd om te passen bij de breedte van de geheugenbus.