Zoals vermeld op de pagina voor de Commodore 710, waren de CBM-II-modellen de laatste poging van Commodore om de zakelijke markt te veroveren met zijn superieure eigen technologie. Alle machines in deze serie worden gekenmerkt door de MOS 6509-processor, Commodore BASIC 4.0, de Commodore "SID" geluidschip, IEEE-488 aansluiting, een RS232-C poort en de mogelijkheid om 80 kolommen tekst weer te geven.

De Commodore B500 zoals deze in het museum staat wordt beschouwd als een prototype CBM-II-model. Deze machines maken deel uit van de "low profile" CBM-II-serie, die zo wordt genoemd omdat ze een enkele geïntegreerde eenheid hebben met een volledig zakelijk toetsenbord, numeriek toetsenblok en 12 functietoetsen.

Er zijn 2 versies bekend. Één versie met 128K waarvan 64K voor de BASIC-code en 64K voor variabelen en één versie met 256K geheugen waarbij de laatste 3 banken van 64K geheugen worden gebruikt voor opslag van variabelen.

Het model in bezit van het museum heeft een zeer laag serienummer. Uit de verhalen is gekomen dat deze waarschijnlijk door Commodore naar Nederland is gestuurd om de machine te leren kennen en voor ondersteuning van klanten die een CBM-II kochten. De CBM-II-serie is niet een groot succes geworden en daardoor zijn deze modellen zeer schaars.