De Commodore 232 is een onderdeel van de Commodore 264-serie, de opvolger van de Commodore 64 en geïntroduceerd op de Consumer Electronic Show in januari 1984. Deze modellijn maakte gebruik van een nieuwe 'wonderchip', de TED (Text Editing Device). Te beginnen met het instapmodel Commodore 116 met 12K geheugen en de C264 met, je raadt het al, 64K geheugen. Er is ook de V364, de C264 met toegevoegde spraaksynthese, maar zowel de computer als spraaksynthese chip zijn nooit verkocht,.

De C264 werd hernoemd naar Plus/4 en er werd software aan toegevoegd (in ROM). Ondanks dat het werd verkocht als de opvolger van de immens populaire Commodore 64, was het er (helemaal) niet compatibel mee. De Plus/4 (en 116) misten de geluids- en videomogelijkheden van de Commodore 64. Ze hebben wel een snellere cpu (MOS 7501), meer kleuren (128) en ze zouden goedkoper zijn dan een C64. Veel mensen leken te geloven dat ze compatibel waren en waren erg teleurgesteld toen ze ontdekten dat hun gloednieuwe machine dat niet was. Later werd de Commodore 116 uitgebracht als de Commodore 16 in een vergelijkbare behuizing als de Commodore VIC-20/64 (maar dan zwart) maar was niet zo'n groot succes als Commodore had gehoopt. Ook het feit dat Tramiel het bedrijf verliet zonder een duidelijk idee waar deze nieuwe serie naartoe ging, hielp niet mee.

Sommige bronnen beweren dat er slechts 200 ooit zijn geproduceerd als een goedkoper alternatief voor de C264 (met slechts 32K geheugen en geen ingebouwde software) en bedoeld voor educatieve doeleinden. Deze machine is, net als de V364, nooit vrijgegeven voor de verkoop en daarom zijn alle bestaande C232's prototypes. Degene die nu in het museum staat heeft serienummer 000043 en zit in de originele doos. Veruit de meest saaie doos die we ooit hebben gezien.