Kort na de Apple I werd gelanceerd (in beperkte aantallen) begonnen er al plannen te komen voor een nieuwe Apple computer. In 1976 lukte Steve Jobs, een van de oprichters van Apple, het om Jerry Manock (voormalig werkzaam bij Hewlett-Packard als ontwerper van rekenmachines) om al de behuizing te ontwerpen voor de Apple II. Naast Manock werkten onder andere ook Rod Holt en Apple's medeoprichter Steve Wozniak mee aan het project. Holt ontwierp het unieke voedingssysteem van de Apple II en Wozniak was de zogenaamde "lead designer" (hoofdontwerper).

De eerste Apple II-computers werden officieel beschikbaar gesteld op 5 juni 1977. De originele uitgave van de Apple II kwam met 4 KiB RAM, een audiocassette-interface voor de opslag en het laden van data, de programmeertaal Integer BASIC ingebouwd in ROM's en twee "paddle"-controllers voor spelletjes. Deze controllers werden tot 1980 gebundeld met de Apple II, tot dat de Amerikaanse overheidsinstelling, de Federal Communications Commission (FCC), concludeerde dat deze controllers hun regelgevingen niet na kwamen. Deze regeling ("47 CFR 15") gaat over de wetgeving rond ongelicenseerde stralingen of uitstoot, iets dat bijna alle elektronische producten die worden verkocht in de VS hebben en iets dat waar elk elektronisch product voor gekeurd moet worden.

De Apple II was het meest populair bij thuisgebruikers, maar werd ook zakelijk gebruikt.

Er zijn verschillende variaties van de originele Apple II, voornamelijk gebaseerd op de hoeveelheid RAM in het systeem. Er waren Apple II's verkrijgbaar met geheugen van tussen de 4 en de 64 KiB. De 4 KiB-versie werd verkocht voor $1298 (meer als $6,500 per 2023). De versies werden duurder met een verhoging in geheugen, zo kostte de 48 KiB-versie zo'n $2638 destijds (meer als $13,000 per 2023).